Bassette

Doorzoek onze site

‘tussen tafellaken en servet: geen echte kriel en geen groot hoen‘

Geschiedenis

Aan het begin van de vorige eeuw liepen op de boerderijen in Belgisch Limburg vele kleine landhoenders. Van enige uniformiteit was bij deze kleine hoenders nauwelijks sprake. Ondanks hun geringe grootte vielen deze 'rasloze' hoenders op door hun flinke leg van relatief grote eieren. Dit vormde voor W. Collier de aanleiding om te proberen uit deze landhoenders een gelijkvormig klein legras te scheppen. Door streng en gericht te selecteren slaagde hij erin dit legras rond 1917 te scheppen. Hij gaf zijn nieuwe ras de naam Bassette. Vrij vertaald betekent dit in het Waals zoveel als 'klein van gestalte'.

De selectie op nuteigenschappen vormde het bestaansrecht van dit nieuwe ras. Dit blijkt wel uit het feit dat haar schepper in 1939 de schijnwerper richtte op het hoge rendement van de Bassette. Hij stelde dat de Bassette slechts eenderde van het voedergebruik van een groot hoen heeft, terwijl haar eigewicht tweederde van dat van een groot hoen bedraagt. Om zijn betoog kracht bij te zetten vermeldde hij dat in Franse nutfokkerijen de Bassette ook werd gebruikt als slachtkuikenmoederdier.

Dit houdt dat een Bassette-hen werd gepaard aan een haan van een zwaar slachtras. De kuikens uit deze combinatie waren snel groeiende kuikens met een lage voederconversie. Na de Tweede Wereldoorlog was het ras vrijwel verdwenen. De nog overgebleven dieren, gevonden op verschillende boerderijen, werden verzameld door professor Willems. Hiermee bouwde hij in enige jaren een stam van enkele honderden dieren op. Deze dieren bracht hij onder op de proefboerderij van de Gentse Universiteit. Deze actie van professor Willems is het behoud van de Bassette als ras geweest.

Uiterlijk (type, kleur en tekening)

De Bassette is een grote kriel of een klein hoen. Deze tussenmaat noemen we een halfkriel. In de pluimveestandaard is de Bassette als een oorspronkelijk krielras onder de dwerghoenders ingedeeld. We spreken dus van een fors uitgevallen kriel. Het gewicht van een haan ligt dan ook rond de 1000 gram. Een hen weegt ongeveer 800 tot 900 gram.

Een goede Bassette is enigszins diep gesteld en heeft een wat gestrekte bouw. De ruglijn is aflopend naar achteren en gaat vloeiend over in een half hoog gedragen en matig gespreide staart. Bij de haan is de sierbevedering goed ontwikkeld en vormt fraaie sikkels. Leggende hennen laten een sterk ontwikkelde legbuik zien. Hierdoor lijken zij dieper gesteld dan zij in werkelijkheid zijn. De Bassette bezit een enkele kam die voorzien moet zijn van een vijftal kamtanden. Bij de hen verlangen we een omhangende kamhiel. Het ontbreken van deze eigenschap wordt in de huidige pluimveestandaard niet als een fout gezien. De oogkleur is donkerbruin.

De Bassette is in ons land erkend in de volgende zeven kleurslagen:
  • kwartel
  • zilverkwartel
  • patrijs
  • parelgrijs-zilverkwartel
  • zwart
  • wit
  • buff-columbia
  • blauwkwartel

Op onze tentoonstellingen zien we de kleurslagen kwartel en zilverkwartel het meest. Deze kleurslagen zijn niet eenvoudig te fokken. Een goed getekende haan is een zeldzaamheid. Bij de hennen is het belangrijk te zoeken naar het juiste evenwicht tussen te veel en te weinig zoming. Ideaal is een rugveer met zeer smalle zoom die niet om de punt van de veer heen loopt.

Eigenschappen en huisvesting

De Bassettes zijn actieve dieren. Zij kunnen het best gehouden worden in ruime hokken met een behoorlijke uitloop. In een beperkte ruimte komen zij beslist niet tot hun recht. Bassettes zijn vrijwel de gehele dag in beweging en vervelen zich snel als zij niet voldoende afleiding hebben. Verenpikkerij komt dan vaak voor en dit is funest voor het uiterlijk van de dieren. Is het niet mogelijk deze dieren een ruim hok te geven, dan moet beslist voor voldoende afleiding gezorgd worden. Het helpt goed als de dieren wat oud gedroogd brood, veel groenvoer en losgestrooid fijn zaad krijgen. De jonge haantjes moeten bij het opfokken snel gescheiden worden van de hennetjes. Het ras is vroegrijp en de haantjes proberen al heel jong de hennen te treden. Dit gaat ten koste van het vlot opgroeien van de jonge hennen.

De oorspronkelijke nuteigenschappen zijn in de huidige Bassette behouden gebleven. Als legras verdient deze kriel het predikaat 'Uitmuntend'.

Voor de liefhebber

De Bassette is een prachtige grote kriel om te houden, niet te klein en niet te groot. Maar ze moeten niet in te kleine hokken worden gehouden. En zoals hierboven al genoemd, het zijn uitmuntende leggers van lekkere eieren.